Een accountant geeft als vertrouwenspersoon voor het maatschappelijk verkeer aan hoe betrouwbaar de jaarrekening van een onderneming is. Maar hij is ook de steun en toeverlaat van de onderneming als die vragen over bijvoorbeeld de financiën of de administratie heeft.
Tijdens de controle stelt de accountant vast of de jaarrekening van een onderneming een getrouw beeld geeft. Een getrouw beeld van de jaarrekening is niet te optimistisch, maar ook niet te pessimistisch, geen overwaardering maar ook geen onderwaardering. Bij een getrouw beeld speelt ook de toelichting een belangrijke rol. Een getrouw beeld lijkt een vertaling van het begrip ‘true and fair view’ uit de Angelsaksische literatuur. De voorloper van de NBA, het Koninklijk NIvRA, stelde het in 2007 nog duidelijker: Getrouw wil in het algemeen zeggen ‘in overeenstemming met de werkelijkheid’. Het getrouwe beeld is gestoeld op normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Het NIvRA stelde in dat kader dat transacties en gebeurtenissen volgens hun wezen en economische realiteit moeten worden weergegeven.
Volgens artikel 2:362 lid 1 BW heeft een getrouw beeld betrekking op de grootte van het getoonde vermogen en het getoonde resultaat en voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon. Lid 2 en 3 van dat wetsartikel geven aan dat dit bij het vermogen ook geldt naar de samenstelling daarvan in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar en bij het resultaat over het boekjaar naar zijn afleiding uit de posten van baten en lasten over een boekjaar.